6. Gemeentelijk niveau: Elke Belgische gemeente heeft een gemeenteraad (wetgevende macht) en schepencollege (uitvoerende macht), met als hoofd de burgemeester. Het voordeel van een dergelijke staatsstructuur is dat elke cultuur zich kan emanciperen zonder andere culturen te domineren. Op deze manier kunnen culturen in een land samenleven zonder dat nationalisme noodzakelijkerwijs de kop opsteekt en het land verscheurt. Daarom ook is België een voorbeeld voor andere naties, bijvoorbeeld voor de ex-Joegoslavische landen. Zie ook: Het Belgische vorstenhuis Eedaflegging in België Politieke bewegingen die het communautarisme problematiseren Niettegenstaande bovenstaand ideaalbeeld zijn er taalpartijen als de FDF en UF, vanuit Duitstalige hoek de PJU-PDB en vanuit de Vlaamse Beweging voortgekomen partijen als Spirit, de N-VA en Vlaams Belang, welke laatste twee separatisme van Vlaanderen voorstaan. Daarnaast zijn er Belgicistische partijen als de BUB en een drukkingsgroep als B Plus, die hernieuwd unitarisme voorstaan. Voorts zijn er kleine groepen die België willen aanhechten bij Nederland (Heel-Nederlanders) dan wel bij Frankrijk (rattachisme) dan wel Vlaanderen bij Nederland willen doen aansluiten (Groot-Nederlanders). Overheid Kenmerkend voor België is de wafelijzerpolitiek en de communautaire kwesties. Politie België werd in oude tijden bevolkt door verschillende Keltische stammen, waarvan de Menapii de belangrijkste zijn. In de Romeinse tijd werden de Keltische stammen in het gebied tussen Noordzee, Rijn, Seine en Marne (Zuid-Nederland, België, Noord-Frankrijk en delen van West-Duitsland) samen aangeduid met het woord Belgae. Uit genetisch onderzoek blijkt echter dat de huidige Belgen niet afstammen van de Belgae. Het gebied maakte deel uit van de Romeinse Rijk alvorens in een aantal feodale staten tijdens de middeleeuwen werd verdeeld. Tijdens de middeleeuwen werd wat nu onder het huidige België verstaan wordt verdeeld tussen Frankrijk en het Duitse Rijk. De Schelde werd beschouwd als grens tussen de beide rijken. Het gebied van huidige België kwam in handen van de Habsburgers in de 15e eeuw (zie Habsburgse Nederlanden) en werd aan het einde van de 18e eeuw overgenomen door de Fransen. Na de nederlaag van Napoleon in 1815 ging België op in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden om zo een bufferstaat te vormen tegen Frankrijk. België werd in 1830 uitgeroepen tot een onafhankelijke constitutionele monarchie (zie ook: Omwenteling van 1830). Sedert de politiehervorming die in België werd doorgevoerd (WET 07/12/1998) bestaat er nog slechts 1 politiedienst, namelijk een "geïntegreerde politie gestructureerd op 2 niveaus". Deze 2 niveaus bestaan uit een federale politie en een lokale politie -- die onderling communiceren via welbepaalde kanalen. De vroegere politiediensten (gemeentepolitie, gerechtelijke politie, rijkswacht,...) werden alle afgeschaft. Parlement De zeven parlementen hebben in totaal 631 leden: Senaat (74 leden) Kamer van Volksvertegenwoordigers (150 leden) Vlaams parlement (124 leden) Parlement van de Franse Gemeenschap (Parlement de la Communauté française de Belgique) (94 leden, namelijk de 75 leden van het Waals Parlement en de 19 Franstalige leden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement) Waals Parlement (75 leden) Raad van de Duitstalige gemeenschap (25 leden) Brussels Hoofdstedelijk Parlement (89 leden) De zes regeringen zijn: Federale regering (21 ministers en staatssecretarissen) Vlaamse regering (10 ministers) Waalse regering (9 ministers) Regering van de Franse Gemeenschap (6 ministers) Brusselse Hoofdstedelijke Regering (8 ministers en staatssecretarissen) Regering van de Duitstalige Gemeenschap (4 ministers) Zie verder: Lijst van Belgische politieke partijen (partijen die in heel het land actief zijn) Lijst van Vlaamse politieke partijen (partijen die enkel in Vlaanderen actief zijn) Lijst van Franstalige politieke partijen (partijen die enkel in het Franstalige landsgedeelte actief zijn) Lijst van Belgische nationale regeringen Lijst van premiers van België Lijst van familiale verbanden tussen Belgische politici Lijst van Belgische politici die van partij wisselden Premier: Guy Verhofstadt Media België werd bezet door Duitsland tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De spanningen tussen Nederlandstalige Vlamingen in het noorden en de Franssprekende Walen in het zuiden hebben de laatste jaren geleid tot constitutionele amendementen. Zo werd België een federale staat met 3 gewesten en gemeenschappen. (zie Staatsstructuur) Zie ook: Communicatie in België Sport Er worden vele sporten beoefend in België. Reeds in het begin van de 20ste eeuw groeiden voetbal en wielrennen uit tot de populairste sporten, met uitgebreide verslaggeving door pers. Als hobby en spel bij jongeren is voetbal ook de meest beoefende sport. Zie ook: Voetbal in België Eten en drinken De Belgische keuken staat bekend om zijn lekkere eten. Zie ook: Belgische gerechten Cultuur Demografie Lijst van musea in België Onderwijs Er zijn universiteiten in Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt, Luik (Liege), Leuven, Louvain-la-Neuve, Diepenbeek, Bergen (Mons), Namen (Namur), Kortrijk, Gembloers (Gembloux) en Aarlen (Arlon). Maar in absolute aantallen zijn de universiteiten van Gent en Leuven de belangrijkste voor Vlaanderen met beide meer dan 25.000 studenten. De Université catholique de Louvain (UCL) is de grootste Franstalige universiteit. Het land heeft ook talrijke muziek-, architectuur- en kunstscholen (de zogenaamde "academies"). Zie ook: Lijst van universiteiten (onder 1.1.) Verkeer en vervoer In België is er een goed wegennet van autosnelwegen en Expresswegen. Er is ook een spoorwegnet, geëxploiteerd door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). Er zijn luchthavens bij Brussel. Defensie Beroemde Belgen Bevolking Hergé Henri Lafontaine Gerardus Mercator Eddy Merckx Paul Otlet Peter Paul Rubens Adolphe Sax Georges Simenon Simon Stevin Andreas Vesalius Ambiorix Jacky Ickx Raymond Ceulemans Toots Thielemans Paul Janssen Godfried van Bouillon Leo Baekeland Peter Benoit Jacques Brel Pieter Breugel Hendrik Conscience Adolf Daens Pater Damiaan César Franck Bronnen NIS - structuur van de bevolking WESP: historical demographical data Zie ook Portaal over België Artikels over België België van A tot Z Geschiedenis van België Zoetwater in de Benelux Externe links Overheidssites Federale portaalsite Belgische grondwet Belgische premiers Officiële site van de Belgische Monarchie Nationaal Instituut voor de Statistiek België Overige Belgisch patrominium in beeld VL Belgian History Index «... meer externe links in de Open Directory » Het Nederlands is de officiële taal in het Vlaams Gewest en samen met het Frans in Brussel, terwijl het Frans in Wallonië de officiële taal is, naast het Duits in enkele oostelijke gemeenten. De hoofdstad Brussel is formeel tweetalig, maar de praktijk wijst uit dat de meerderheid van de bevolking Frans spreekt. De tussen Nederland en het Franstalige Wallonie ingeklemde Voerstreek is een enclave welke onderdeel is van Vlaanderen, en formeel derhalve Nederlandstalig. bar:Belgien Demografie . België heeft nu ruim 10,5 miljoen inwoners. Het Vlaams Gewest heeft er daarvan 6,0 miljoen, het Waals Gewest 3,4 miljoen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,0 miljoen. In vergelijking met andere landen is de Belgische bevolking relatief traag gegroeid: 4,5 miljoen in 1850, bijna 7 miljoen in 1900, 10 miljoen in 2000. Ter vergelijking: de Nederlandse bevolking evolueerde van « de helft minder » (3 miljoen in 1850) tot meer dan « de helft meer » (16 miljoen in 2000). Taal België Gesproken talen in België zijn: Nederlands (ca. 60%) Frans (ca. 40%) Duits (<1%) Gebarentalen: Vlaamse Gebarentaal (VGT, ca. 6000 moedertaalgebruikers), Frans-Belgische Gebarentaal (LSFB, ca. 5000 moedertaalgebruikers). Religies Statistieken over de geloofsopvattingen van de Belgische bevolking zijn over het algemeen onbetrouwbaar. De overgrote meerderheid van de Belgen is katholiek: naar gelang van de bronnen 60 tot 90 %. Het wekelijkse kerkbezoek der katholieken is anno 2004 gedaald tot onder 10 percent, en volgens sommige bronnen zelfs tot onder 5 procent. De rest van de belgen is grotendeels agnost of vrijzinnig (ca. 28%), islamitisch (ca. 4%), protestants (ca. 1%) en joods (minder dan 1%). Bestuurlijke indeling Achtergrond Na een gelukte poging om België los te scheuren van Nederland en een mislukte poging om aan te sluiten bij Frankrijk (zie rattachisme), werd gekozen voor onafhankelijkheid met een koning aan het hoofd. Dit werd, onder Engelse druk, een vorst die verwant was aan het Britse koningshuis, Leopold van Saksen-Coburg-Gotha. Meteen werd geopteerd voor een constitutionele monarchie, en indertijd was de grondwet de liberaalste ter wereld. In de tweede helft van de 20ste eeuw evolueerde het politieke stelsel naar een particratisch zuilenbestel. In de eerste decennia van het nieuwe land was het bestuur (onder andere wegens het cijnskiesstelsel) vrijwel volledig Franstalig en elitair. Niettemin werden de eerste taalwetten reeds gestemd op het einde van de 19e eeuw. Hiermee werden de landstalen nog niet gelijkwaardig. Zo zorgde de onderwijswet van 1876 er voor dat het middelbaar onderwijs in Vlaanderen tweetalig werd, maar niet in Wallonië. Dit gelijkwaardig stellen gebeurde pas met de taalwet van 1932, toen het middelbaar onderwijs eentalig werd: Nederlands in Vlaanderen, en Frans bleef in Wallonië. De toepassing van de gelijke rechten van taalgroepen in overheid, scholing en rechtspraak verliep echter traag, onwillig en vaak slechts na lang aandringen. Dit is mee de katalysator geweest voor een centrifugale beweging in het unitaire België. Die werd bij de oprichting van het zogenaamde Centrum Harmel (genoemd naar politicus Pierre Harmel) in 1948 voor het eerste officieus erkend. Het Belgische federalisme is ongewoon in die zin dat het tegelijk ook enkele sterke unitaire kenmerken vertoont (de openbare financiering is voor meer dan 90% unitair), en ook tweeledig-confederalistische (de politieke partijen richten zich quasi uitsluitend tot of de Vlaamse of de Franstalige gemeenschap; er bestaan slechts enkele zeer kleine nationale partijen). Langzamerhand meende men dat de tweeledige maatschappelijke structuur van België geen unitaire politieke structuur verdraagt. België werd een gedecentraliseerde staat, om in een vijftal staatshervormingen (in 1970, 1980, 1988-89, 1993 en 2001-2003) officieel in 1993 een federale staat te worden, in een soort dubbel federalisme. België (Frans: « Belgique », Duits: « Belgien »), officieel het Koninkrijk België, is een West-Europees land begrensd door de Noordzee in het westen, Nederland in het noorden en noordoosten, Duitsland in het oosten, Luxemburg in het zuidoosten en Frankrijk in het zuiden. Dit dubbel federalisme, met als architecten Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, Hugo Schiltz, Guy Spitaels en Jean Gol kenmerkt zich door volgende regeringsniveaus, elk met eigen verkozen volksvertegenwoordiging en regering: 1 federale staat 3 gewesten (zie bovenste kaart) Vlaams Gewest (olijfgroen), Waals Gewest (rood), Brussels Hoofdstedelijk Gewest (blauw) 3 gemeenschappen (zie onderste kaart) Nederlandstalig (olijfgroen), Franstalig (rood), Duitstalig (blauw) Bovendien omvat België vier taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied. De Vlamingen fusioneerden onmiddellijk hun gewestelijke en gemeenschapsinstellingen. Ze hebben sindsdien 1 Vlaams parlement en 1 Vlaamse deelregering, beide met zetel te Brussel. De Franstaligen beslisten om hun afzonderlijke bestuursorganen (Waals, Brussels, Duitstalig, Franstalig en de lokale Franstalige gemeenschapscommissie in Brussel) gescheiden te houden. In het Brussels Hoofdstedelijk gewest zijn de Nederlandstalige en Franstalige gemeenschappen elk bevoegd voor de eigen gemeenschapsmateries. De gewesten zijn vooral bevoegd voor territoriale materie (bijvoorbeeld economie, ruimtelijke ordening, openbare werken, milieu,...). De gemeenschappen spitsen zich toe op culturele factoren (incl. sport, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek) en de federale staat neemt de (grote) rest voor zijn rekening (defensie, buitenlandse zaken, economische en monetaire unie, pensioenen, ziekteverzekering,...). Gewesten en gemeenschappen kunnen decreten of (in het Brussels Hoofdstedelijk gewest) ordonnanties uitvaardigen die kracht van wet hebben in het eigen gewest of de eigen gemeenschap. Een bijzonder rechtscollege, het Arbitragehof, waakt erover dat de wetgeving van de federale regering, de gemeenschappen en gewesten de bevoegdheidsverdeling tussen deze verschillende entiteiten eerbiedigt. Het Arbitragehof kan wetsbepalingen vernietigen die deze bevoegdheidsverdeling schenden. Bepaalde aspecten van dit federalisme zijn minder verregaand dan de meeste andere federale staten (zo hebben de deelstaten weinig fiscale autonomie en minder dan 20% van de globale openbare uitgaven), anderen gaan dan weer verder (ontbreken van normenhiërarchie). Heden is er in Vlaanderen een trend naar confederalisme toe. Vlaamse onafhankelijkheid geniet echter minder bijval. Een meerderheid van de Vlaamse partijen lijkt te kiezen voor hetzij een verder doorgedreven federalisme, hetzij een confederalisme. Een kleine Franstalige minderheid streeft naar aanhechting van Wallonië en Brussel bij Frankrijk. De hoofdstad van Vlaanderen is Brussel, de hoofdstad van Wallonië is Namen. Brussel is ook de hoofdstad van Franse Gemeenschap. Deze laatste noemt zichzelf sinds kort ook 'Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel'. De hoofdstad van de Duitstalige gemeenschap is Eupen. Indeling Het Vlaams Gewest (Vlaanderen) is ingedeeld in 5 provincies: Antwerpen (hoofdstad Antwerpen) Limburg (hoofdstad Hasselt) Oost-Vlaanderen (hoofdstad Gent) Vlaams-Brabant (hoofdstad Leuven) West-Vlaanderen (hoofdstad Brugge) België bestaat maatschappelijk, cultureel, politiek en sociologisch gezien vooral uit twee grote gemeenschappen, de Vlamingen en de Walen. België is een federale staat bestaande uit 3 gemeenschappen, Ook het Waals Gewest (Wallonië) telt 5 provincies: Henegouwen (met als hoofdstad Bergen) Luik (hoofdstad Luik) Luxemburg (hoofdstad Aarlen) Namen (hoofdstad Namen) Waals-Brabant (hoofdstad Waver) Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is provincieloos. De provincies bestaan weer uit diverse arrondissementen. Aan het hoofd van elke provincie staat een gouverneur. De provinciale besturen hebben evenwel weinig gewicht. Hun bestaan wordt soms in vraag gesteld. Een van de taken van de provinciegouverneur is het coördineren van de hulpverlening bij rampen van grote omvang (bijvoorbeeld chemische ongelukken in de havens). Ook het besturen van belangrijke milieuzaken zoals kernenergie behoort tot zijn taken. Geografie Het terrein van België is grotendeels laagland, behalve de Ardennen in het zuiden. Door het land stromen de rivieren de Maas en de Schelde en een netwerk van kanalen. België is één van de dichtstbevolkte landen in Europa. Historisch bestaat het land uit twee etnische en culturele gebieden, over het algemeen Vlaanderen en Wallonië genoemd. Vlaanderen bestrijkt de noordelijke provincies: Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Antwerpen Limburg, en Vlaams-Brabant Wallonië beslaat: Vlaamse gemeenschap Franse gemeenschap Duitstalige gemeenschap Waals-Brabant Henegouwen, Luik provincie Luxemburg Namen De scheidingslijn loopt van oost naar west ruwweg iets ten zuiden van Brussel. De hoofdstedelijke agglomeratie zelf wordt door zowel Nederlandstalige als Franstalige Brusselaars bewoond. De Franstalige aanwezigheid in Brussel is vooral het gevolg van inwijking en verfransing van de oorspronkelijk grotendeels Nederlandstalige bevolking, immers op basis van een studie van stadsarchieven komt Hervé Hasquin (professor aan de ULB en prominent Franstalig MR politicus) in 1979 tot de bevinding dat ongeveer 90% van de bevolking in 1785 nog Nederlandstalig is, terwijl de verhouding nu ongeveer net andersom is. Geografische statistieken Totale oppervlakte: 32.545 km² waarmee België op de 136e plaats qua grootte staat. Aantal kilometers staatsgrens: 1445,5 België grenst aan Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Nederland en de Noordzee. Hoogste punt: Signaal van Botrange, 694 meter. Volgens het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen is het Belgisch territorium 33.990 km² als men de Belgische territoriale zone, die zich tot 12 zeemijlen in de Noordzee uitstrekt, meerekent. Rivieren In België zijn de volgende rivieren en stroomgebieden: Maas Schelde IJzer Dender In het uiterste oosten ook een klein stukje stroomgebied van de Rijn en in het zuiden van de provincie Henegouwen een stukje van het stroomgebied van de Seine. Steden alsmede drie gewesten: De hoofdstad is Brussel. Enkele andere "grote" steden in België zijn: Antwerpen Gent Charleroi Luik Brugge Namen Enkele andere belangrijke steden zijn: Hasselt, Bergen, Leuven, Kortrijk, Oostende, Genk, Mechelen Zie ook: Lijst van grote Belgische steden Lijst van Belgische gemeenten Bezienswaardigheden Zie ook: Belgische monumenten op de Werelderfgoedlijst Milieu Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest Met het milieu van België is het slecht gesteld. Dit komt mede doordat het een doorvoerpunt is voor de industrie in Europa (zowel op het land als op het water, door de zware industrie gebaseerd in België zelf, door de vervuilende omringende landen (Duitsland waaronder het Ruhr-gebied, Nederland, en Frankrijk), als door de zwakke aanpak van de regering. Natuur Een van de meest ongerepte stukjes natuur van België zijn ongetwijfeld De Hoge Venen. Door het strenge klimaat, de vele neerslag en de strenge, lange winters in de streek vind je daar zeldzame plantensoorten uit Noord-Europa en de bergstreken. Ondanks België een klein land is en echte natuur, vooral in Vlaanderen, eerder zeldzaam is herbergt het land een groot aantal vogels, insecten en vele planten. 20.4% van het oppervlak van het land is bedekt met bos. Dat is vrij veel als je weet dat België een van de dichtstbevolkte naties is van Europa. In Vlaanderen vind je vooral, naast de steden, velden gescheiden door grachten en rijen met bomen. In die grachten kan je vele waterplanten en insecten terug vinden. Naast die velden heb je dan hier en daar een bos die vooral in de Kempen (ten oosten van Antwerpen en Limburg), talrijker aanwezig zijn. In Wallonië is de natuur ongerepter. Dit komt mede omdat de bevolkingsdichtheid veel lager is dan in VLaanderen. 1/3 van de oppervlakte van Wallonië is bebost en dat oppervlak wordt alsmaar groter. Waterkwaliteit Vooral in Antwerpen en Brussel is het slecht gesteld, hoewel er geen signalen bekend zijn dat het drinkwater onbetrouwbaar zou zijn. Het water in Limburg is van veel betere kwaliteit en in Wallonië is de waterkwaliteit uitstekend. Luchtkwaliteit De luchtkwaliteit in Antwerpen, Brussel en omstreken, is even slecht als sommige streken in Duitsland, China, Noord-Oost-Amerika, en Zuid-Afrika. Door de hoge graad van luchtverontreiniging, bevat de lucht een grote hoeveelheid kankerverwekkende stoffen. In de rest van België, vooral in Wallonië (behalve dan de gebieden rond Luik en Charleroi), is het beter met de lucht gesteld omdat daar grotendeels bossen en landbouwvelden liggen. Bodemverontreiniging Op sommige plaatsen is de bodem verontreinigd door de industrie. Maar desondanks deze vervuiling is dit één van de betere punten in België op gebied van het milieu. Het is nog slechter gesteld in andere landen in Europa zoals bijvoorbeeld Nederland (vanwege industrie en bemesting). Economie Vlaanderen voegde zijn instellingen evenwel onmiddellijk samen, zodat er nog slechts één Vlaams Parlement en één Vlaamse regering is. Franstaligen behielden alle door hen gecontroleerde afzonderlijke verkozen volksvertegenwoordigingen en regeringen ('executieven'). De economie van België is met name gebaseerd op de diensten, vervoer, handel en de industrie. De mijnbouw, die ondertussen is stopgezet, en de productie van staal, chemische producten en cement zijn geconcentreerd in de valleien van Samber en Maas, in de Borinage rond Bergen, Charleroi, Namen en Luik en in het Kempisch steenkoolbekken. Luik is een belangrijk staalcentrum. Reeds lang worden metaalproducten zoals bruggen, zware machines, industriële en chirurgische apparatuur, motorvoertuigen, werktuigen en munitie vervaardigd. De chemische producten omvatten meststoffen, kleurstoffen, geneesmiddelen en plastieken; de petrochemische industrie is geconcentreerd dichtbij de olieraffinaderijen van Antwerpen. De textielproductie, die in de middeleeuwen begon, omvat katoen, linnen, wol en synthetische vezels; tapijten en dekens zijn belangrijke vervaardigde producten. Gent, Kortrijk, Doornik en Verviers zijn allen textielcentra; Mechelen, Brugge en Brussel zijn beroemd vanwege hun kant. Andere industrieën omvatten diamantslijperij (Antwerpen is een belangrijk diamantcentrum), cement en glasproductie, en de verwerking van leer en hout. Meer dan 75% van de elektriciteit van België wordt opgewekt uit kernenergie. De Belgische industrie is zwaar afhankelijk van de invoer voor zijn grondstoffen. Het meeste ijzer komt uit het bassin van Lotharingen in Frankrijk, terwijl de non-ferro metaalproducten van ingevoerde grondstoffen worden gemaakt, waaronder zink, koper, lood en tin. De uitvoer (handel) omvat ijzer en staal, vervoersapparatuur, tractoren, diamanten en aardolieproducten. De industriële centra zijn verbonden met elkaar en met de belangrijkste havens van Antwerpen en Gent door de rivieren de Maas en de Schelde en hun zijrivieren, door een netwerk van kanalen (in het bijzonder Albertkanaal), en door een uitgebreid spoorwegsysteem. België heeft veel vruchtbare en goed bewaterde grond, hoewel de landbouw slechts een klein percentage van het aantal arbeidskrachten vertegenwoordigt. De belangrijkste gewassen zijn tarwe, haver, rogge, gerst, suikerbieten, aardappels en vlas. Rundvee en varkens evenals de zuivelproductie (vooral in Vlaanderen) zijn ook belangrijk. Het verwerkte voedsel omvat bietsuiker, kaas en andere zuivelproducten; bier en andere dranken worden ook vervaardigd. De munteenheid is sinds 1 januari 2002 de gemeenschappelijke Europese munt euro (EUR) het enige wettelijke betaalmiddel. Voordien was dit de Belgische frank (BEF). Deze was reeds sinds 1 januari 1999 gekoppeld aan de gemeenschappelijke Europese munt. (1 euro = 40.3399 BEF) Van 1926 tot 1946 is er ook als munt de Belga geweest. Deze benaming was niet populair en werd in 1946 afgeschaft. Politiek Staatsstructuur België is een federaal land en een constitutionele monarchie met aan het hoofd een rechtstreeks afstammeling van Koning Leopold I, momenteel koning Albert II. België telt zeven parlementen en zes regeringen. Hierbij is de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel niet bijgeteld als parlement. De Heilige Jozef is de patroonheilige van België. De wapenspreuk luidt: Eendracht maakt macht. 1. Federaal niveau: Koning Albert II Federaal Parlement, met Senaat en Kamer van Volksvertegenwoordigers Federale Regering Federale Instellingen 2. Gemeenschapsniveau: België is onderverdeeld in 4 verschillende gemeenschappen: de Franstalige Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Gemeenschappelijke Gemeenschap (Brussel), onderverdeeld in een Vlaamse Gemeenschap en Franstalige Gemeenschap. de Vlaamse Gemeenschap. De gemeenschappen staan in voor persoongebonden materies: culturele aangelegenheden, onderwijs, gezondheid, welzijn en taalgebruik. Elke gemeenschap heeft een gemeenschapsraad (d.i. de wetgevende macht) en gemeenschapsregering (uitvoerende macht). De Vlaamse gemeenschap en het Vlaams gewest hebben echter een gemeenschappelijk parlement en regering, omdat in tegenstelling met het Waals Gewest er in het Vlaams Gewest maar 1 taal gesproken wordt: het Nederlands. In het Waals Gewest is dat Frans en Duits, daarom is er nood aan een apart bestuur voor de Franstalige Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap. 3. Gewestelijk niveau: België is onderverdeeld in 3 gewesten: het Waals Gewest het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het Vlaams Gewest De gewesten staan in voor grondgebied-gerelateerde materies: ruimtelijke ordening, milieu, landbouw, huisvesting, energie, werkgelegenheid, openbare werken en vervoer, economie en buitenlands handel, toezicht gemeenten en provincies en ontwikkelingssamenwerking. Elk gewest heeft een parlement en regering. 4. Taalgebieden: België heeft 4 taalgebieden: het Franstalig taalgebied, het Duitstalig taalgebied, het Tweetalig gebied (Brussel) en het Nederlandstalig taalgebied. 5. Provinciaal niveau: België telt 10 provincies. Geschiedenis Verhofstadt! In 1982 werd de dan 29-jarige Guy Verhofstadt voorzitter van de partij. Tijdens hun deelname aan de regering werd hij tussen 1986 en 1988 zelfs vice-premier en minister van Begroting. Annemie Neyts volgde hem op als de eerste vrouwelijke partijvoorzitter. In 1989 nam Verhofstadt de voorzittersfakkel weer over. In deze periode schreef hij zijn burgermanifesten. Van PVV naar VLD In 1992 werd de partij onder impuls van Verhofstadt omgevormd naar de VLD. Naast een nieuwe naam kwamen er ook veel verruimers die toetraden tot de nieuwe partij, vooral enkele bekende figuren uit de toenmalige Volksunie maakten de overstap. Bijvoorbeeld Jaak Gabriels, toenmalige voorzitter van de VU en Hugo Coveliers. Vanaf begin jaren 90 ging de VLD er bij elke verkiezing op vooruit. Paars Na de dioxinecrisis in 1999 ging de VLD er opnieuw sterk vooruit en werd nipt de grootste partij van Vlaanderen. Guy Verhofstadt werd eerste minister van de federale regering en Patrick Dewael minister-president van de Vlaamse Regering. Beide stonden ze aan het hoofd van een paarsgroene coalitie. Na de federale verkiezingen van 2003 gingen de paarse partijen verder zonder Groen!. Dewael stapte over naar de federale regering en Bart Somers werd minister-president. De verkiezingen van 2004 De aanloop naar de Vlaamse verkiezingen van 2004 werd voor de VLD gekenmerkt door enkele zware aanvaringen tussen figuren aan de top van de partij. Zo werd Hugo Coveliers uit de partij gezet door zijn aanhoudende kritiek op het aanhouden van het cordon sanitaire. Ook moest Karel De Gucht tijdelijk aftreden als voorzitter. In 2003 onthield de partij zich bij de stemming over het toekennen van het vreemdelingenstemrecht, hoewel altijd gezegd werd dat de partij ertegen was. Dit alles zorgde voor een erg slecht resultaat in de verkiezingen. Dit was ook de periode waarin heel wat liberale scheurlijsten werden gevormd zoals het Liberaal Appèl van Ward Beysen, Veilig Blauw van Leo Govaerts en VLOTT van Hugo Coveliers. De verkiezingen van 2006 De partij verloor zwaar in drie vierde van alle gemeenten waar ze deelnam aan de gemeenteraadsverkiezingen. Daags na de verkiezingen verzocht voorzitter Somers de interne tuchtcommissie om senator Jean-Marie Dedecker uit de partij te zetten, omdat hij zorgde voor te veel onrust binnen de partij. De tuchtcommissie besliste op maandag 16 oktober 2006 dat Jean-Marie Dedecker uitgesloten wordt uit de VLD. Vlaamse Liberalen en Democraten Bekende VLD-ers Enkele bekende VLD-leden zijn: Marino Keulen (minister van Binnenlandse Zaken, Wonen en Inburgering in de Vlaamse regering) Herman De Croo (voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers) Fons Borginon (fractieleider in de Kamer van Volksvertegenwoordigers) Paul Wille (fractieleider in de Senaat) Patricia Ceysens (fractieleidster in het Vlaams Parlement) Jean-Luc Vanraes (fractieleider in het Brussels Parlement) Dirk Sterckx (Europees parlementslid) Annemie Neyts (Europees parlementslid) Bart Somers (voorzitter) Guy Verhofstadt (huidige Belgische eerste minister) Patrick Dewael (minister van Binnenlandse Zaken) Karel De Gucht (minister van Buitenlandse Zaken) Marc Verwilghen (minister van Economie) Vincent Van Quickenborne (staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging) Fientje Moerman (viceminister-president van de Vlaamse regering) Dirk Van Mechelen (minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening in de Vlaamse regering) Guy Vanhengel (minister van Financiën, Begroting, Informatica en Externe betrekkingen in de Brusselse regering en Collegevoorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie met als bevoegdheden Begroting, Financiën, Onderwijs, Beroepspleiding en Communicatie) Kritiek binnen en buiten de partij Als grootste regeringspartij is de partij vaak het onderwerp van kritiek in de media en het grote publiek. Zo wordt de partij een gebrek aan standvastigheid verweten in tal van politieke dossiers. In 2003 onthield de partij zich bij de stemming over het toekennen van het vreemdelingenstemrecht, hoewel altijd was gezegd dat de partij ertegen was. Ook bij de splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde bleef de partij volgens velen in gebreke. De partij neemt, zoals alle andere Vlaamse en Waalse partijen, deel aan het "cordon sanitaire" rond het Vlaams Belang. Verschillende VLD-leden van de rechtervleugel van de partij zijn echter voor het doorbreken van dat cordon. Sinds enkele jaren worden door de partijtop maatregelen genomen tegen deze leden. Indien zij nog openlijk tegen het officiële partijstandpunt ingaan, wordt er een procedure gestart om hen uit de partij te zetten. Zo werd Hugo Coveliers, ooit door de partijtop genoemd als kandidaat voor de burgemeesterssjerp in Antwerpen, onder andere om die reden uit de partij gezet. Hij werd hierin voorgegaan door Ward Beysen (« Liberaal Appèl ») en Claudine De Schepper (« VLOTT »). Patricia De Waele werd tijdelijk geschorst als partijlid. Leo Govaerts (« Veilig Blauw »), Anke Vandermeersch (« Vlaams Blok »), Anneke Vermeiren (« VLOTT ») en Annie De Maght (« BLAUW ») verlieten de partij uit eigen beweging, soms onder zware druk vanwege de partijtop. Tijdens de zomer van 2005 kwam Boudewijn Bouckaert, de voorzitter van de klassiek-liberale denktank Nova Civitas, in aanvaring met de partijvoorzitter. Bouckaert nam hierop ontslag uit het partijbestuur. Dadelijk na de verkiezingsnederlaag bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, besliste de partijtop ook Jean-Marie Dedecker uit de partij te zetten. Op 16 oktober bevestigde de tuchtcommissie het besluit. Op 27 oktober besloot Bouckaert Dedecker te volgen en de partij de rug toe te keren. Volgens Bouckaert is de VLD een "links-liberale" partij geworden die "aanschurkt tegen de SP.a". Externe link VLD Vlaamse Liberalen en Democraten, afgekort als VLD, is een Vlaamse, liberale, politieke partij die 85.000 leden telt (2004). Ideologie De VLD was een rechts-liberale partij. Tijdens de jaren 80 werd partijleider Verhofstadt nog vergeleken met Margaret Thatcher, maar tegenwoordig is de koers minder scherp. De huidige koers is nu eerder links-liberaal, de huidige partijtop koos resoluut voor een linkser economisch programma en een links-vrijzinnige ethiek. Geschiedenis Van Liberale partij naar PVV Voor 1960 was de liberale partij van België nauwelijks georganiseerd. Op het partijcongres van 1961 besloot men de stroming om te vormen tot PVV/PLP (Partij voor Vrijheid en Vooruitgang / Parti de la Liberté et du Progrés). De partij behartigde toen uitgesproken de belangen van de werkgevers. Van unitaire partij naar splitsing Eind jaren 60, begin jaren 70 liepen de communautaire spanningen in België hoog op. Ook binnen de liberale familie was er onenigheid over de te varen koers. In 1972 werd de unitaire partij opgesplitst in een Vlaamse en een Franstalige partij. Willy De Clercq werd de eerste voorzitter van de Vlaamse PVV. NASA-biografie van Frimout Euro Space Foundation Dirk Frimout Dirk Dries David Damiaan burggraaf Frimout (Poperinge 21 maart 1941) was de eerste Vlaams-Belgische ruimtevaarder. Biografie Opleiding en activiteiten 24 maart - 2 april 1992 - Frimout cirkelde als 1 van de 7 astronauten met de Space Shuttle Atlantis om de aarde. 1992 - eredoctoraat aan de Universiteit van Gent 1959 - diploma van het middelbaar onderwijs, behaald aan het Koninklijk Atheneum Voskenslaan te Gent 1963 - diploma van ingenieur elektronica 1970 - doctoraat in de toegepaste fysica aan de Universiteit van Gent 1972 - postdoctoraal in het laboratorium van atmosferische en ruimtelijke fysica in de Universiteit van Colorado. Hij sloot zijn opleiding af als burgerlijk elektrotechnisch ingenieur en promoveerde tot doctor in de toegepaste wetenschappen. Ondertussen werkte hij tot 1978 in het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA). 1977 - stelt voor het eerst zijn kandidatuur als astronaut. 1978-84 als coördinator van de bemanning voor Spacelab-1 in het European Space Agency (ESA) 1984-89 werkzaam in de Microgravity afdeling van ESTEC experimenten met EURECA en Spacelab-1. Na zijn geslaagde vlucht ontving hij de graad van Groot Officier in de Leopoldsorde en tevens de titel van burggraaf. Tussen 1993 en 1998 werkte hij bij Belgacom, de Belgische Telecom-operator. In 1994 werd hij voorzitter van de Euro Space Foundation (opgericht op 16 maart) ter bevordering van wetenschappelijk-technische studies bij de jeugd. In juli 1998 tekende hij een contract met de Stichting Flanders Language Valley. Hij stond aan het hoofd van FLV Education als verantwoordelijke voor permanente vorming. Externe links Bestuur De provincieraad van West-Vlaanderen telt 80 zetels. De zetelverdeling is als volgt: CD&V: 32 VLD: 18 sp.a: 17 Vlaams Belang: 5 Groen!: 4 N-VA: 4 Het dagelijks bestuur is in handen van de bestendige deputatie, samengesteld door CD&V en sp.a. Die telt 6 leden en wordt voorgezeten door gouverneur Paul Breyne. De uitslagen van de provincieraadsverkiezingen sinds 1994 Externe link Officiële website West-Vlaanderen De provincie West-Vlaanderen is een van de tien provincies van België. Het is de meest westelijk gelegen provincie in Vlaanderen. Als Vlaamse provincie is de gebruikte taal er Nederlands, hoewel er tegen de taalgrens de faciliteitengemeentes Spiere-Helkijn en Mesen zijn. In de provincie wordt het typisch West-Vlaams dialect echter algemeen als omgangstaal gebruikt. De parochies in de provincie vallen onder het Bisdom Brugge. Info Provinciehoofdplaats: Brugge Oppervlakte: 3125 km² Hoogste punt: Kemmelberg (156 m) Belangrijkste waterlopen: IJzer, Leie, Mandel, Waardamme Aantal inwoners: 1.139.815 (op 1 juli 2005) 8 bestuurlijke arrondissementen: Brugge, Diksmuide, Ieper, Kortrijk, Oostende, Roeselare, Tielt, Veurne Dialect: West-Vlaams Patroonheilige: Sint-Donaas. Arrondissementen De West-Vlaamse gemeenten Gemeenten met een stadstitel hebben een « (stad) » achter de naam Luxemburg (provincie) De provincie Luxemburg (Frans: « Luxembourg », Waals: « Lussimbork », Luxemburgs: « Lëtzebuerg ») is een van de vijf provincies van het Waals Gewest, België. De provincie heeft een oppervlakte van 4443 km² en telt (op 1 juli 2005) 257.114 inwoners. Ten noorden grenst de provincie aan de provincie Luik en ten westen aan de provincie Namen. Ten zuiden grenst Luxemburg aan Frankrijk en ten oosten aan het Groothertogdom Luxemburg. De provincie maakt deel uit van de Ardennen. Het hoogste punt vormt de 651 meter hoge Baraque de Fraiture in de gemeente Vielsalm. Rond de hoogste toppen is op beperkte schaal wintersport mogelijk. Arrondissementen Overzicht van steden en gemeenten in Luxemburg Gemeenten met een stadstitel hebben een « (stad) » achter de naam Coalitievorming 2003 In het voorjaar van 2003 besloot D66 deel te nemen aan het kabinet-Balkenende II, met de VVD en het CDA. Dit terwijl D66 deelname aan een coalitie met CDA en VVD uitdrukkelijk had uitgesloten. Nadat de onderhandelingen tussen Wouter Bos en Jan Peter Balkenende mislukt waren maakte D66 echter een coalitie met CDA en VVD mogelijk en voorkwam aldus dat de LPF opnieuw, of de ChristenUnie en de SGP voor het eerst in de regering zouden komen. Van het typische D66 speerpunt « bestuurlijke vernieuwing » kwam weinig terecht, waarop verantwoordelijk minister De Graaf uit het kabinet stapte. Hij werd tussentijds opgevolgd door Alexander Pechtold. Interne crisis van 2006 In 2006 ontstond een crisis binnen de partij, naar aanleiding van verliezen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Sommige leden, die ontevreden waren over de als rechts ervaren koers van Balkenende-II (vooral het immigratie- en integratiebeleid van minister Verdonk), pleitten voor opheffing van de partij; enkele leden maakten bekend zich af te zullen splitsen onder de naam deZES. Op het drukbezochte D66-congres van 13 mei werd een motie om uit het kabinet te stappen evenwel door een meerderheid verworpen. De aangekondigde motie om de partij op te heffen werd niet ingediend. Kabinetscrisis 2006 Op 29 juni 2006 veroorzaakt de partij een kabinetscrisis door een motie van afkeuring tegen Minister Verdonk te steunen en haar vertrek te eisen. De motie wordt verworpen doordat de LPF de coalitie wel steunt. In een vervolgdebat blijkt dat het gehele kabinet (inclusief D66-ministers Laurens Jan Brinkhorst en Alexander Pechtold) van mening is dat aan de verworpen motie geen conclusies verbonden hoeven te worden. Daarop trekt de D66-kamerfractie de politieke steun voor het kabinet in en stappen de D66-ministers op. Vervolgens stellen de andere ministers hun portefeuille ter beschikking. Uit de Politiek Op 3 en 4 augustus hebben respectievelijk Boris Dittrich en Lousewies van der Laan aangekondigd uit de Tweede Kamer te stappen. Ze zullen pas na de verkiezingen van november aftreden. Kritiek van Hans van Mierlo Op 6 oktober 2006 sprak de D66 oprichter Hans van Mierlo openlijk zijn twijfel uit over de toekomst van de partij. Volgens Van Mierlo heeft de partij haar geloofwaardigheid verloren door als coalitiepartner in Balkenende II geen breekpunt te maken van het beleid van VVD-minister Rita Verdonk. In het tv-programma EénVandaag zei hij dat de partij zich moet afvragen 'of het na veertig jaar genoeg is geweest'. Op het najaarscongres van D66, een dag later, noemde hij D66 echter nog steeds hard nodig. Democraten 66 Reden van bestaan Het eerste partijcongres omschreef haar als een radicale democratisering van de Nederlandse samenleving in het algemeen en van het Nederlandse politieke bestel in het bijzonder. Dit is een tweeslag maar de nadruk heeft lange tijd gelegen op de laatste component, de staatsrechtelijke vernieuwing. Speerpunten daarbij zijn het referendum, afschaffing van de Eerste Kamer, directe verkiezingen van de minister-president en burgemeesters, en de invoering van een gematigd districtenstelsel. Mede-oprichter Van Mierlo was dan ook een exponent van het democratisch radicalisme, een stroming die in de negentiende eeuw was vermalen tussen socialisme en liberalisme. Hij had weinig op met nadere aanduidingen omtrent de visie en maatschappijbeschouwing van D66. Ideologieën hadden immers afgedaan en D66 was vooral een pragmatische partij. Na de periode Terlouw, die de partij als 'redelijk alternatief' wel meer in een eigen traditie trachtte te plaatsen met aandacht voor milieu, sociale vraagstukken en technologie, kwam Van Mierlo midden jaren tachtig terug met zijn rede 'Een reden van bestaan'. De primaire bestaansgrond lag volgens deze rede nog steeds in de politieke vernieuwing. Aan het eind van de twintigste eeuw kwamen de kaarten wat anders te liggen. Nadat het anti-dogmatische van de partij een heel eigen dogma leek te zijn geworden, wist de groep Opschudding in 1998 dit dogma te doorbreken en slaagde ze er als eerste in de partij een ondertitel mee te geven. D66 heet vanaf dan sociaal-liberaal. Opschudding verwoordde het zo: "D66 bestaat als sociaal-liberale partij om een duurzame, democratische en open samenleving op te bouwen, waarin de mens zich ontplooit in solidariteit met anderen.". Hiermee plaatste de partij zich in de vrijzinnige internationale politieke hoofdstroom van het progressief liberalisme en in de politieke filosofie van het ontplooiingsliberalisme. Dit legde de partij vast in haar statuten alsmede in de "Uitgangspunten van D66". Met deze inbedding in het progressief liberalisme had D66 een tweede reden van bestaan. Deze tweede reden verving de eerste echter niet, de eerste ging er in wezen in op. Het ontplooiingsliberalisme stelde de vrije maar verantwoordelijke mens centraal. En het wil de mens, in gelijkwaardigheid tot elkaar, invloed geven om zelf invulling te geven aan het leven en de maatschappij. Voor dat laatste is openheid en democratie noodzakelijk en daardoor wordt de oorspronkelijke bestaansgrond ook door de tweede geïmpliceerd. Vrijzinnig Democratische Bond Met deze oriëntatie op het progressief liberalisme kan D66 beschouwd worden als de herleving van de Vrijzinnig Democratische Bond (VDB) uit de eerste helft van de 20ste eeuw. De VDB ontstond in 1901 door een afsplitsing van de Liberale Unie en ging in 1946 op in de PvdA. Europa en internationaal D66 manifesteert zich als de meest Europese partij van Nederland, zo pleit de partij voor een federaal Europa in het pamflet 'De Verenigde Staten van Europa'. D66 is lid van de Liberale Internationale (LI) en van de Partij van Europese Liberalen en Democraten (ELDR). Liberaal-Democratische samenwerking Ter onderscheiding wordt D66 wel eens ingedeeld als progressief-liberaal en de VVD als conservatief-liberaal. Democraten 66 (D66) (officiële naam: « Politieke Partij Democraten 66 »; vroeger afgekort als « D'66 ») is een Nederlandse politieke partij van progressief-liberale signatuur, opgericht op 14 oktober 1966 door 44 personen (van wie 25 in andere partijen actief waren geweest). In Europees verband wordt sinds 1984 net als de VVD het Europees verkiezingsprogramma gevolgd van de Partij van Europese Liberalen en Democraten (en Radicalen) (ELDR) en samengewerkt in één liberaal-democratische fractie in het Europees Parlement als D66-delegatie en VVD-delegatie. Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2004 was er een lijstverbinding tussen D66 en VVD, hetwelk resulteerde in 1 Parlementszetel voor de D66-delegatie (was 2) en 4 EP-zetels voor de VVD-delegatie (was 5). De fractie van Europees Liberalen en Democraten is vanaf 2004 omgedoopt in Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE; Franse afkorting ADLE), de derde fractie in het Europees Parlement, met 88 van de 732 zetels. N.B. hiervan zijn tevens zes Belgische Europarlementariërs lid: de Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD) / Vivant (3 zetels) en de Mouvement Réformateur (MR) (3 zetels). Volksvertegenwoordigers en bestuurders Regering In het kabinet-Balkenende II was D66 tot en met 29 juni 2006 vertegenwoordigd met twee ministers en een staatssecretaris. Ministers: mr. L.J. (Laurens Jan) Brinkhorst - minister van Economische Zaken en viceminister-president drs. A. (Alexander) Pechtold - minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties Staatssecretaris: mr. M.C. (Medy) van der Laan - staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Initiatiefnemers waren de journalist van het Algemeen Handelsblad Hans van Mierlo, die partijleider werd, en Amsterdams VVD-gemeenteraadslid en fractie-voorzitter Hans Gruijters. Tweede Kamer De Tweede Kamerfractie van de D66 bestaat sinds de verkiezingen van 2003 uit zes personen: mr. L.W.S.A.L.B. (Lousewies) van der Laan, fractievoorzitter A.D. (Bert) Bakker mr. B.O. (Boris) Dittrich B. (Boris) van der Ham mr. F. (Fatma) Koser Kaya drs. E.R.C.M. (Ursie) Lambrechts Eerste Kamer De Eerste Kamerfractie van de D66 bestaat sinds de verkiezingen van 2003 uit drie personen: E.H. (Eddy) Schuyer, fractievoorzitter prof. mr. J.W.M. (Hans) Engels dr. A.G. (Gerard) Schouw Europees Parlement De delegatie van D66 in het Europees Parlement maakt net als de VVD deel uit van de fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa. D66 heeft sinds de verkiezingen van 2004 één lid in het Europees Parlement: drs. S.H. (Sophie) in 't Veld Provincies Ontstaan en geschiedenis Commissaris van de Koningin: Flevoland - mr. M.J.E.M. (Michel) Jager Utrecht - mr. B. (Boele) Staal Gedeputeerde Staten: Noord-Holland - P.J.M. (Patrick) Poelmann Provinciale Staten: Zeeland - 1 van de 47 zetels Noord-Brabant - 3 van de 79 zetels Limburg - 2 van de 63 zetels Groningen - 2 van de 55 zetels Friesland - 1 van de 55 zetels Drenthe - 2 van de 51 zetels Overijssel - 2 van de 63 zetels Flevoland - 2 van de 47 zetels Gelderland - 3 van de 75 zetels Utrecht - 4 van de 63 zetels Noord-Holland - 5 van de 83 zetels Zuid-Holland - 4 van de 83 zetels Jongerenorganisatie De jongerenorganisatie van D66 heet Jonge Democraten en draagt als ondertitel 'Vrijzinnig-democratische jongerenorganisatie'. Diverse leden van deze organisatie zijn later binnen D66 politiek actief geworden, waaronder Boris van der Ham en Jan Paternotte. Gemeenten Ongeveer 25 burgemeesters in Nederland zijn van D66-huize. De oprichting op 14 oktober 1966 werd voorafgegaan door het Appèl '66. D66 legde met name de nadruk op democratisering van de samenleving en een nieuw partijenstelsel. Daarnaast benadrukte de nieuwe partij geestelijke vrijheid en individuele ontplooiing. De partij heeft daarnaast ongeveer 30 wethouders, 144 gemeenteraads- en 16 deelgemeenteraadsleden (14 in Amsterdam, 2 in Rotterdam). Ledenverloop Bron: D66 - ledentallen (Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen) D66-bewindslieden Hans Gruijters - minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, kabinet-Den Uyl Medy van der Laan - staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, kabinet-Balkenende II Ineke Lambers-Hacquebard - staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III Hans van Mierlo - minister van Defensie kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III, minister van Buitenlandse Zaken en vice-premier, kabinet-Kok I Aad Nuis - staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, kabinet-Kok I Erwin Nypels - minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, kabinet-Van Agt III Alexander Pechtold - minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, kabinet-Balkenende II Max Rood - minister van Binnenlandse Zaken, kabinet-Van Agt III Michiel Scheltema - staatssecretaris van Justitie, kabinet-Van Agt II Winnie Sorgdrager - minister van Justitie, kabinet-Kok I Haijo Apotheker - minister van Landbouw, kabinet-Kok II Jan Terlouw - minister van Economische Zaken, kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III Dick Tommel - staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, kabinet-Kok I Hans Wijers - minister van Economische Zaken, kabinet-Kok I Henk Zeevalking - staatssecretaris van Justitie, kabinet-Den Uyl en minister van Verkeer en Waterstaat, kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III Els Borst - minister van Volksgezondheid en vice-premier, kabinet-Kok I en kabinet-Kok II Roger van Boxtel - minister van Grotesteden- en Integratiebeleid, kabinet-Kok II Laurens Jan Brinkhorst - staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, kabinet-Den Uyl, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, kabinet-Kok II en minister van Economische Zaken, kabinet-Balkenende II, vanaf 30 maart 2005 tevens vice-premier Wim Dik - staatssecretaris van Economische Zaken, kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III Jacob Kohnstamm - staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, kabinet-Kok I Jan Glastra van Loon - staatssecretaris van Justitie, kabinet-Den Uyl Aar de Goede - staatssecretaris van Financiën, kabinet-Den Uyl Thom de Graaf - vice-premier en minister van Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties, kabinet-Balkenende II Literatuur Menno van der Land: " Tussen ideaal en illusie. De geschiedenis van D66 1966 - 2003 " () Zie ook Progressief liberalisme Lux Voor Kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen 2006 Externe links Bij de Kamerverkiezingen in 1967 behaalde de partij meteen 7 zetels; en bij die van 1971 11 zetels, in een alliantie met de PPR en de PvdA. Van Mierlo streefde naar een progressieve volkspartij. Deze vorming mislukte en in 1972 zakte de partij naar 6 zetels. Na de formatie van het kabinet (waaraan D66 deelnam) trad Van Mierlo af als fractievoorzitter, vanwege onvoldoende steun in de fractie, ten gunste van Jan Terlouw. Website D66 http://www.liberaal.info/Liberaal.info) D66 bleef in de regering. Dit werd door de eigen aanhang niet begrepen en de partij zakte naar 6 zetels. De nog desastreuzer verlopen Statenverkiezingen in 1974 leidden tot een grote crisis in de partij. Veel leden zegden op, en er werd getwijfeld aan het bestaansrecht van de partij. De meerderheid van de leden was voor het opheffen van de partij, maar de vereiste tweederde meerderheid werd niet gehaald. Nadat de partij een jaar lang vrijwel niet actief geweest was werd in 1975 toch besloten de partij nieuw leven in te blazen. Onder leiding van Jan Glastra van Loon en Jan Terlouw werd een nieuwe koers uitgezet, die zich minder richtte op bestuurlijke vernieuwing, Terlouw benadrukte een liberalere profilering. De partij kreeg weer nieuw élan, en wist veel nieuwe leden te werven (op het dieptepunt waren er nog maar een paar honderd leden). Onder Terlouw won de partij de verkiezingen van 1981 met 17 zetels. D66 trad toe tot een coalitie met het CDA en de PvdA. In 1982 trok de PvdA zich terug uit de regering. Lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 is Alexander Pechtold. Hij werd verkozen in de zesde telronde en haalde toen 2009 van de meer dan 3800 uitgebrachte stemmen. In een poging de partij uit de malaise te halen keerde Van Mierlo terug als partijleider. Hij pleitte voor een opheffing van de polarisatie tussen de PvdA en de VVD en richtte zich meer op individuele ontplooiing, en thema's als milieubehoud, technologische vernieuwing en vrouwenemancipatie. De herleving van de partij was succesvol en de partij behaalde in 1986 9 zetels en in 1989 12 zetels. Dit aantal werd bij de verkiezingen van 1994 verdubbeld tot 24 zetels. Door de electorale positie slaagde D66 er in om voor het eerst sinds de Eerste Wereldoorlog een coalitie zonder confessionele partij(en) te vormen: PvdA, VVD en D66 vormden samen de eerste paarse coalitie. Ondanks een verkiezingsnederlaag in 1998 (14 zetels) bleef de partij deel uitmaken van een paarse coalitie. De regeringsdeelname leidde onder de nieuwe partijleider Thom de Graaf in 2002 tot een tweede nederlaag (7 zetels). D66 ging de oppositie in, maar bij de verkiezingen van 2003 zakte de partij verder naar 6 zetels. De Graaf trad terug en werd opgevolgd door Boris Dittrich. Actualiteit Guido Gezelle-prijs De Guido Gezelleprijs is een literatuurprijs die sinds 1941 vijfjaarlijks wordt toegekend voor een in het Nederlands geschreven verzenbundel. De prijs is opgericht door het Guido Gezelle-comité en wordt toegekend door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent. Gelauwerden 1962 - Gery Helderenberg voor dichtbundels verschenen in de periode 1957 - Jos De Haes voor Gedaanten 1952 - Jozef De Belder voor Ballade der onzekerheden 1947 - Marcel Brauns voor Zangen van onmacht 2002? Peter Theunynck voor De bomen zijn paars en de hemel 1997 - Charles Ducal voor Moedertaal 1992 - Adriaan Magerman voor Mei Requiem 1987 - Fernand Florizoone voor Op de bermen van de tijd 1982 - Gwij Mandelinck voor De droefheid is in handbereik 1977 - Lieven Rens voor Leander 1972 - Gery Helderenberg voor Pentaphonium 1967 - René Verbeeck voor De zomer staat hoog en rijp Externe link Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde Solfège Solfège is een muzikale zangoefening, waarbij de melodie gezongen wordt zonder de tekst en met gebruikmaking van alleen de namen van de noten. Het doel van deze oefening is het muzikale gehoor te vergroten en tevens door zonder voorstudie van het blad te zingen de trefzekerheid te verhogen met betrekking tot ritme en melodie. « Solfègiëren » is het hiervan afgeleide werkwoord en betekent zowel het zingen van toonladders als het zingen van een muziekstuk met benoeming van de noten. In het professioneel muziekonderwijs (conservatoria) en in de hogere graad van de muziekscholen wordt het begrip solfège inmiddels in een bredere context gebruikt. Zo bestaan er aparte lessen ritmisch solfège (het noteren van een ritme en het uitvoeren van een genoteerd ritme) en worden het muzikaal dictee en het herkennen van akkoorden in de harmonieleer tot het gebied van de solfège gerekend. Zie ook Solmisatie Als gevolg van de taalstrijd en meer bepaald de strijd om de totale vernederlandsing van de Leuvense universiteit in de jaren '60, werd de unitaire partij in 1972 opgesplitst in een Vlaamse en een Franstalige partij, de laatste onder de naam PSC (Parti Social Chrétien, sinds mei 2002 omgevormd tot CDH: Centre Démocrate Humaniste). De CVP-staat Eind jaren '60 komt er binnen de CVP een nieuwe generatie aan de macht. Wilfried Martens als partijvoorzitter, maar vooral de populaire Leo Tindemans zorgen ervoor dat de CVP de grootste partij van het land blijft. In de jaren '70 gaat de meeste aandacht uit naar de staatshervorming. Tussen 1977 en 1981 zijn er 8 verschillende regeringen onder leiding van Tindemans, Martens, Paul Vanden Boeynants en Mark Eyskens. Tijdens de verkiezingen van november 1981 lijdt de CVP een zeer zware nederlaag. In de jaren '80 zorgt de kwestie Voeren en de plaatsing van Amerikaanse kernraketten op Belgisch grondgebied voor beroering. De meningen over dit laatste zijn verdeeld, ook binnen de CVP. Vanaf 1985 blijft de CVP bij elke verkiezing verliezen. In 1990 wordt de abortuswet tegen de wil van de CVP goedgekeurd. Begin oktober 1991 valt de regering na een bijzonder hevige communautaire confrontatie over de uitvoer van wapens naar het Midden-Oosten. Bij de daaropvolgende parlementsverkiezingen in november lijden de regeringspartijen een zware nederlaag. Periode Dehaene In 1991 wordt Jean-Luc Dehaene premier. Onder zijn bewind wordt met het Sint-Michielsakkoord, België een echte federale staat. In de jaren '90 moet er flink worden bespaard om de Maastrichtnorm te halen. De verkiezingen van 13 juni 1999 Een gestage electorale achteruitgang van de CVP sinds de jaren '80 en vooral een voedselschandaal dat in mei 1999 uitbrak, de zgn. dioxinecrisis, leidden bij de nationale en deelstaatverkiezingen van 13 juni 1999 tot een historische nederlaag voor CVP. Dehaene verliet daarop de nationale politiek, ondanks een groot aantal voorkeurstemmen. De CVP bleef weliswaar de grootste fractie in het Vlaamse parlement, maar moest in het federale parlement de VLD laten voorgaan. Bij de regeringsvorming belandde de CVP voor het eerst in veertig jaar in de oppositie, zowel op federaal als op Vlaams bestuursniveau. De coalitie zonder de CVP bestond uit drie partijen: liberalen, socialisten en groenen (de zgn. paars-groene coalitie van het kabinet Verhofstadt I). Christen-Democratisch en Vlaams Nieuwe naam: CD&V Op 9 oktober 1999 werd Stefaan De Clerck gekozen tot algemeen partijvoorzitter (als opvolger van Marc Van Peel) en startte een organisatorische en ideologische hervorming. Daarbij veranderde de partijnaam in 2001 in CD&V. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 zette enig herstel in. De verkiezingen van 18 mei 2003 De uitslag van de federale parlementsverkiezingen van 2003, waarin CD&V met de mediagenieke De Clerck als kandidaat premier naar de kiezer trok, was opnieuw teleurstellend. De Clerck nam ontslag als partijvoorzitter en werd vervangen door Yves Leterme, die voorheen fractieleider in de kamer was. De verkiezingen van 13 juni 2004 Leterme stuurde aan op een kartel met de Nieuw-Vlaamse Alliantie onder leiding van Geert Bourgeois, maar aanvankelijk mislukte dit. Uiteindelijk werden de gesprekken hervat en op 14 februari 2004 werd een akkoord voor een kartel ondertekend, het zogenaamde Valentijnskartel of Vlaams Kartel. Bij de verkiezingen van 2004 voor het Vlaamse Parlement haalde dit kartel een overwinning met zo'n 26% van de stemmen. Na korte maar moeilijke onderhandelingen onder leiding van Yves Leterme trad op 22 juli 2005 de regering Leterme I aan, die een coalitie is van het kartel CD&V/NVA, het kartel SP.A/Spirit en het kartel VLD/Vivant. Leterme werd als partijvoorzitter opgevolgd door Jo Vandeurzen. Politiek gedachtegoed Daar waar de Katholieke Partij in de 19de en begin 20ste eeuw een conservatieve partij was, heeft de CVP zich na de Tweede Wereldoorlog sociaal-economisch als centrumpartij (volkspartij) geprofileerd, met evenwel behoudsgezinde stellingnames in levensbeschouwelijke en ethische vraagstukken. De partij wil brede bevolkingsgroepen vertegenwoordigen met als overkoepelende achtergrond de christelijke oorsprong (christen-democratie). De partij verenigt in haar bestuur en structuur uiteenlopende sociale en economische bewegingen, met traditioneel een numeriek sterke vakbondsvleugel (ACW), een middenstandsvleugel, en een kleine maar invloedrijke landbouwvleugel (via de Boerenbond). Hoewel de invloed van die groeperingen sinds de laatste partijhervormingen officieel teruggedrongen is, vormen deze stromingen nog steeds de belangrijkste basis voor de partij. Christen-Democratisch en Vlaams (afgekort als « CD&V ») is een Vlaamse, christendemocratische, politieke partij. Grote christen-democratische partijen zijn er ook in Nederland (CDA, Christendemocratisch Appel) en Duitsland (CDU, Christlich Demokratische Union). In landen met sterke socialistische partijen (bijv. Zweden) of sterke conservatieve partijen (bijv. Frankrijk) is de betekenis van christen-democratische partijen gering (bijv de Kristdemokraterna in Zweden) of onbestaande. Externe links CD&V Jongerenorganisatie CD&V Tot september 2001 heette de partij Christelijke Volkspartij (CVP). Geschiedenis Oprichting na Tweede Wereldoorlog De CVP werd opgericht op 18-19 augustus 1945 onder voorzitterschap van August de Schryver en was de opvolger van de Katholieke Partij. Bij de verkiezingen van 1946 was de CVP meteen de grootste partij. In de eerste jaren na de oorlog beroerde de koningskwestie de maatschappij en politiek. Van Unitaire partij naar spitsing Vanaf maart 1947 tot aan de verkiezingen van 13 juni 1999 nam de CVP vrijwel onafgebroken deel aan de regering, met uitzondering van de periode 1954-1958 toen een coalitie van socialisten en liberalen onder leiding van Achiel Van Acker aan de macht was. In de periode 1950-1954 vormde de CVP voor het laatst in de Belgische geschiedenis homogene regeringen. De jaren vijftig staan in het teken van de schoolstrijd. De CVP verdedigt de belangen van de vrije (vaak katholieke) scholen en wil ze financieel ondersteunen. In 1958 komt onder leiding van Gaston Eyskens het schoolpact. De Eenheidswet en het grote protest bezorgen de CVP een lagere verkiezingsscore in 1961. Frans Van der Elst Frans Van der Elst (1920 - Neder-over-Heembeek, 28 augustus 1997) was een Vlaams advocaat en politicus voor de Volksunie. Van der Elst studeerde van 1939 tot 1944 rechten, thomistische wijsbegeerte en politieke en sociale wetenschappen aan de KUL. Van 1944 tot 1958 was hij advocaat bij de balie van Brussel. Hij pleitte in verschillende repressiezaken, o.a. die van VNV-leider Hendrik Elias, wiens raadsman hij zou blijven. Als legataris van Elias ' archief publiceerde hij in 1974 de eerste uitgebreide analyse van diens rol als VNV-leider. Vanaf 1948 speelde Van der Elst een aanzienlijke rol in de herleving van de Vlaamse Beweging en het Vlaams-nationalisme, waarvan hij als publicist, redenaar en als partijvoorzitter van de Volksunie de inhoud mede bepaalde. Bij de parlementsverkiezingen van 1949 stond hij in Brussel op de Vlaams-nationale lijst-Edmond van Dieren. In deze periode werd er volop gediscussieerd over de heroprichting van een autonome Vlaams-nationale partij. Vanaf 1950 was hij een der hoofdrolspelers in het Vlaams Comité voor Federalisme, een studie- en drukkingsgroep die in 1954, in samenwerking met Waalse federalisten, een voorstel van federale grondwet voor België publiceerde. In 1951 hield hij zijn eerste publieke pleidooi voor amnestie. In 1954 werd Van der Elst medeoprichter van de Christelijke Vlaamse Volksunie, die nog tijdens datzelfde jaar de Volksunie werd. Hij werd partijvoorzitter (1955-1975), Kamerlid (1958-1974) en senator (1974-1985). In 1983 werd hij de allereerste Vlaams-nationalistische minister van staat. Van 1958 tot het einde van de jaren 1960 was Van der Elst de woordvoerder van zijn partij in alle belangrijke parlementaire debatten. Het vertrouwen van de Vlaams-nationalisten in Van der Elst kwam voor het eerst onder zware druk toen de Volksunie de Egmont- en de Stuyvenbergakkoorden ondertekende en toetrad tot de Belgische regering (1977-1978). Na het Egmont-experiment trok hij zich systematisch terug uit het politieke leven. Astrid van Zweden Astrid Sofia Lovisa Thyra (Stockholm 17 november 1905 -- Küssnacht 29 augustus 1935), prinses van België, hertogin van Brabant, prinses van Zweden, was de dochter van prins Karel van Zweden en prinses Ingeborg van Denemarken. Door haar huwelijk in 1926 met de toenmalige Belgische kroonprins Leopold, werd zij na de dood van koning Albert I in 1934 koningin der Belgen. Zij verwierf op zeer korte tijd zeer grote populariteit bij de bevolking, maar kwam in 1935 op 29-jarige leeftijd om het leven bij een auto-ongeval in het Zwitserse Küssnacht. Zij was de moeder van de latere koningen Boudewijn en Albert II en groothertogin Josephine-Charlotte van Luxemburg (11 oktober 1927). Zie ook Het Belgische vorstenhuis Hoofdredacteurs Jan Baptist Napolitaan van Os (1891-1893), Jan van Kerckhoven (1893 - 1899) Frans Goris (1899 - 1938) Louis Kiebooms (1938 - 1949) Louis Meerts (1949 - 1985) Lou de Clerck (1985 - 1991) Jos Huypens (1991 - 1996) Luc Van Loon (1996 - 2004) Luc Rademakers (2004 -) Externe links Officiële site Gazet van Antwerpen Geschiedenis van de Gazet van Antwerpen Officiële site Regionale Uitgeversgroep Officiële site Concentra Is de "vrije pers" nog vrij? - 18 augustus 2004 - Opinieartikel van Rudi De Ceuster naar aanleiding van het ontslag van Luc Van Loon Gazet van Antwerpen De Gazet van Antwerpen is een Nederlandstalige Vlaamse krant met vier edities: een stadseditie metropool en daarnaast edities Kempen, Mechelen-Lier en Waasland, uitgegeven door Concentra. Hoewel de naam anders doet vermoeden, heeft de krant een bovenregionale verspreiding en wordt ze gelezen in heel Vlaanderen. GvA is een regionale kwaliteitskrant. Dagelijks rollen gemiddeld 120.000 exemplaren van de pers. Geschiedenis Gazet van Antwerpen verscheen voor het eerst op 3 november 1891 en was een initiatief van Jan Baptist Napolitaan van Os, meteen ook de eerste hoofdredacteur. De eerste krant werd gedrukt op 8000 exemplaren, telde 4 bladzijden en kostte slechts 2 Belgische centimes. In 1893 werd de NV De Vlijt opgericht die de krant uitgaf. In 1996 richtte NV De Vlijt samen met de NV Concentra, uitgever van Het Belang van Limburg, de Regionale Uitgevers Groep (RUG) op. Sinds het begin van de eenentwintigste eeuw onderging de redactionele stijl een facelift, waarbij GvA in een korte tijd evolueerde naar een moderne krant met een brede levensvisie. In augustus 2004 werd Dr. Luc Rademakers de nieuwe hoofdredacteur van de krant. Hij was voordien hoofdredacteur van de gratis krant Metro en gaf Gazet van Antwerpen een jonger, en ondertussen breed gewaardeerd, imago. In datzelfde jaar verscheen de krant, als eerste 'klassieke' Belgische krant, op tabloidformaat. Volgens het CIM (Centrum voor Informatie over de Media) is het lezersbereik van Gazet van Antwerpen de afgelopen jaren fel gestegen. De verkoop zelf volgt de tendens van de Vlaamse krantenmarkt. Boelwerf Boelwerf was het grootste Belgische scheepsbouwbedrijf. Het was gelegen in Temse aan de Schelde en in 1829 opgericht door Bernard Boel (1798-1872), oorspronkelijk timmerman op de scheepswerven in Antwerpen-Zuid, die opgevolgd werd door zijn zoon Jozef Boel. De eerste 50 jaar bouwde de scheepswerf houten schepen en werkten er slechts enkele werknemers. Het bedrijf bouwde gemiddeld één boot, voornamelijk tjalken, per jaar. Vanaf 1900 begon het aantal schepen dat gebouwd werd, langzaam te stijgen, en nam ook het aantal werknemers toe. De grootste bloei ontstond echter na de Tweede Wereldoorlog, toen het bedrijf, dat toen J. Boel & Zonen heette, internationaal doorbrak. Toen de werf in 1979 haar 150-jarig bestaan vierde, telde zij 3000 werknemers, een aanzienlijk deel van de bewoners van Temse. De privé-onderneming was uitgegroeid tot een middelgrote werf met wereldfaam. Het jubileum viel samen met de bouw van een LPG-tanker van 57.000 m3 met een zeer symbolisch bouwnummer: op de kop 1500, de « Petrogas II », die thans onder de naam « Hariette N » onder de vlag van Singapore vaart. In dezelfde periode groeide ook de syndicale delegatie uit tot een inspirerend voorbeeld voor het 'strijdsyndicalisme' in België. De boegbeelden van deze stroming, Jan Cap (ACV) en Karel Heirbout (ABVV), kregen nationale bekendheid. Na een reeks afsplitsingen op 19 december 1980 van holdingsmaatschappijen en scheepsfirma's, zoals Almabo en Exmar, bleef de eigenlijke werf over onder de naam Boelwerf. Na het faillissement in 1982 van de Cockerill Yards, een werf in Hoboken aan de overkant van de Schelde, nam Boelwerf ook de werf van Cockerill over. De onderneming groeide daardoor nog tot 3500 werknemers op twee grote werven. Door de internationale crisis in de scheepsbouwsector raakte deze onderneming halverwege de jaren '80 in de problemen, en werd zij op 28 oktober 1992 failliet verklaard. De curator legde klacht neer wegens fraude, een klacht die hij later weer introk. De werf was al die tijd overeind gehouden door de overheid, die grote bedragen aan goedkope scheepkredieten toegestaan had aan de scheepseigenaren. Deze kredieten zijn later voor een groot deel kwijtgescholden of verloren gegaan. Na stakingen en een bezetting werd het bedrijf in 1993 weer opgestart, nu met deelneming van de Vlaamse overheidsholding Gimvindus en onder de naam Boelwerf Vlaanderen. Deze werkte de laatste (zeven) bestellingen af, waarna zij op 30 november 1994 ook failliet ging. De curator, een andere dan die van de oude Boelwerf, had opnieuw veel moeite om alles ordentelijk op te ruimen. De bestuurders van Boelwerf Vlaanderen werden op 12 oktober 2004 veroordeeld voor fraude met Europese opleidingssubsidies. Het bedrijventerrein in Temse is thans opgekocht om er woningen te bouwen. www.aclvb.be Algemene Centrale Der Liberale Vakbonden Van België De Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB) of Centrale Générale des Syndicats Libéraux de Belgique (CGSLB) is een van de drie representatieve vakbonden in België. De Liberale Vakbond vertegenwoordigt ongeveer 220.000 werknemers in België. De ACLVB hangt een sociaal-liberale filosofie aan en is daarmee een van de weinige vakbonden die zich dan ook ten volle steunt op de liberale ideologie. Centraal staat daarbij overleg. Stakingen worden gezien als een ultiem drukkingsmiddel, dat pas gebruikt wordt wanneer andere drukkingsmiddelen niet blijken te helpen. De ACLVB vindt net als de andere Belgische vakbonden haar oorsprong in de tweede helft van de 19e eeuw. Ze is gegroeid uit verschillende liberale vakverenigingen die overal in het land ontstonden. In 1920 leidde dat tot de oprichting van de « Nationale Centrale der Liberale Vakbonden van België ». De naam werd in 1939 veranderd in ACLVB. De Liberale Vakbond onderscheidt zich van de andere Belgische vakbonden door haar interprofessionele structuur. Arbeiders en bedienden uit verschillende sectoren maken deel uit van dezelfde organisatie. Dit in tegenstelling tot het christelijke ACV en het socialistische ABVV die bestaan uit verschillende vakgroepen. Enige uitzondering is het Vrij Syndicaat Voor Het Openbaar Ambt (« VSOA ») dat de ambtenaren vertegenwoordigt binnen de ACLVB. De ACLVB kende een gestage groei tijdens de laatste jaren. Dat vertaalde zich onder meer in een stijging van het aantal mandaten in de werknemersorganen in de bedrijven na de laatste sociale verkiezingen. Internationaal gezien maakt de ACLVB deel uit van het Internationaal Verbond Van Vrije Vakverenigingen (« IVVV ») en het Europees Vakverbond (« EVV »). Voorzitter van de ACLVB is Guy Haaze, de nationaal secretarissen zijn Luk De Vos en Bernard Noël. Externe link